Wat doet het samenwerkingsverband?
Het samenwerkingsverband stelt ieder jaar een vast bedrag per kind beschikbaar aan elke school. De school mag dit bedrag naar eigen inzicht besteden, als het maar in het belang is van extra ondersteuning. Hoe die ondersteuning in de school is geregeld, lees je meestal in de schoolgids, het schoolondersteuningsprofiel (SOP) en/of op de website van de school.Heb je hier vragen over? Dan kun je die ook bijvoorbeeld via de medezeggenschapsraad (MR) van de school stellen. Ook kun je eens kijken op de website www.scholenopdekaart.nl. Hier is informatie te vinden over alle scholen in Nederland.
Basisondersteuning
De schoolbesturen in het samenwerkingsverband hebben met elkaar afgesproken wat elke school in principe moet kunnen bieden aan onderwijsondersteuning. Dit wordt basisondersteuning genoemd. Het Samenwerkingsverband Duin- en Bollenstreek heeft afspraken over de basisondersteuning vastgelegd in het ondersteuningsplan.
Passend onderwijs op school: aanvullende ondersteuning
Als het de school zelf niet meer lukt om je kind ondersteuning te bieden die hij/zij nodig heeft, krijg je te maken met de afspraken die zijn gemaakt over passend onderwijs aan alle kinderen. Je kind krijgt dan aanvullende ondersteuning op basis van die afspraken. Soms is het al duidelijk dat je kind aanvullende ondersteuning nodig heeft voordat hij of zij naar de basisschool gaat. Soms blijkt het pas op de basisschool. Het gesprek over passend onderwijs voor je kind is een zoekproces. De intern begeleider is verantwoordelijk voor het samenstellen van een ondersteuningsteam (OT). In een OT zijn veel mensen betrokken: jij als ouder, de leerkracht, de intern begeleider, een medewerker van het samenwerkingsverband en mogelijk de schooldirecteur, een medewerker van het jeugdteam of hulpverlening. Het ondersteuningsteam overlegt over waar de ondersteuningsbehoefte ligt en wat je kind nodig heeft, en legt dit vast in een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) in een Groeidocument. Dit is een beveiligd digitaal plan waarin jij, de leerkracht en de andere betrokkenen kunnen bijhouden wat goed werkt voor de ontwikkeling van je kind (en wat niet).