Handelingsgericht werken en arrangeren is de basis voor onze aanpak in de Duin- en Bollenstreek. Wat komt daarbij kijken?
Handelingsgericht arrangeren
Leerkracht schakelt met de intern begeleider
Heb je als leerkracht hulp nodig om te voldoen aan de ondersteuningsbehoeften van een leerling? Dan kan de intern begeleider je ondersteunen bij een analyse van de situatie en bij een goede aanpak. Vanzelfsprekend informeer en betrek je ouders hierbij. De intern begeleider kijkt mee of de aanpak werkt.
Ondersteuningsteam
Is meer ondersteuning nodig dan stelt de intern begeleider een ondersteuningsteam samen. In dit team zitten in elk geval de leerkracht, de intern begeleider, de ouders. Wie maar verder nodig is, schuift aan. Denk aan de onderwijsondersteuner, de directeur van de school, de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband of een jeugd- en gezinswerker.
Het ondersteuningsteam kijkt samen wat een kind van wie nodig heeft en legt de aanpak en afspraken vast. Heeft een kind extra of specialistische ondersteuning nodig, dan is de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband altijd betrokken. Vóór het ondersteuningsteam bij elkaar komt, start de intern begeleider een goed beveiligd digitaal Groeidocument.
Groeidocument
Ieder kind dat extra of specialistische ondersteuning krijgt, heeft een Groeidocument. Dit gebruiken we om de ontwikkeling van een kind goed en planmatig te volgen.
In het Groeidocument beschrijf je wat de ontwikkeling stimuleert of juist belemmert, welke aanpak je inzet en wat daarvan het effect is, eventuele onderzoeksgegevens en verslagen van ondersteuningsteams. Ook de visie van ouders op de ontwikkeling van hun kind kan erin staan.
Voor een aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is een Groeidocument nodig.

Ontwikkelingsperspectiefplan
Krijgt een kind extra of gespecialiseerde ondersteuning, dan maak je als leerkracht en intern begeleider een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) voor een kind. Dit is wettelijk verplicht. Let op: in ons samenwerkingsverband is een OPP niet verplicht als je een onderwijsondersteuner inschakelt.
Een OPP maak je voor ieder kind dat extra ondersteuning krijgt, ongeacht leeftijd of groep.
Voor kinderen die direct instromen in het gespecialiseerd onderwijs, maak je als speciale school binnen zes weken een OPP.
Nee, dat hoeft niet. Alleen als sprake is van extra ondersteuning.
De leerkracht en/of intern begeleider. Desgewenst kan de onderwijsondersteuner meedenken.
Het OPP is belangrijk voor het handelingsgericht werken.
Je volgt de ontwikkeling van een kind, legt vast wat je doet en welk effect dit heeft.
Ook kun je in het OPP opschrijven waarin of waarmee je als leerkracht of team handelingsverlegen bent. Dit is informatie die je nodig hebt, mocht je uiteindelijk een toelaatbaarheidsverklaring moeten aanvragen voor speciale ondersteuning. Dan moet je goed onderbouwen wat je allemaal al hebt ingezet en gedaan om aan te sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van een kind.
In het Groeidocument dat we in ons samenwerkingsverband gebruiken, staat een format dat je kunt gebruiken, maar je kunt als school ook je eigen format kiezen.
Het OPP is iets anders dan het Groeidocument. Het OPP is meer een planningsdocument dan een volgdocument.
In het OPP leg je vast aan welk uitstroomperspectief en welke leerdoelen je samen werkt en welk aanbod en welke begeleiding je daarvoor inzet. Dit uitstroomperspectief moet voor ieder kind vanaf groep 5 in het OPP staan.
Ja, ouders moeten instemmen met het zogenoemde handelingsdeel in het OPP. In dit handelingsdeel staat wat je als school (al dan niet met samenwerkingspartners) biedt voor hun kind.
Dit moet volgens de wet minimaal één keer per jaar. Dit is in de praktijk vaak niet genoeg, zeker niet als een kind intensievere ondersteuning krijgt. Je evalueert zo vaak als nodig is. Dit doe je met ouders.
(Integraal) arrangeren samen met jeugdhulp
Het organiseren van de juiste ondersteuning voor een kind noemen we arrangeren. Soms is een combinatie van onderwijs en jeugdhulp of zorg nodig. Dit heet dan integraal arrangeren. Het jeugd- en gezinsteam denkt mee en kan adviseren en kan zo nodig dus aanschuiven bij het ondersteuningsteam.
Het kan zijn dat jeugdhulp in de school gegeven kan worden. Soms is eerst of vooral zorg nodig, voordat een kind toekomt aan ‘leren’. Dan verwijst het jeugd- en gezinsteam, de jeugdarts of GGZ een kind en ouders en organiseren we een zorg-onderwijsarrangement. Het samenwerkingsverband betaalt dan het onderwijs, maar een toelaatbaarheidsverklaring is dan niet nodig.
Zijn situaties heel complex en/of dreigt een kind uit te vallen in het onderwijs, dan volgen we de route integraal arrangeren complexe situaties.